Het eerste wat haar opviel was dat Harvath Landsbergis zijn Glock terug had gegeven. ‘Jullie lijken goed met elkaar op te kunnen schieten,’ merkte ze op.
‘We staan allemaal aan de goede kant,’ antwoordde Harvath. ‘Laten we een paar minuten de tijd nemen om te bespreken hoe we dit aanpakken.’
In de volgende tien minuten besprak hij zijn plan, evenals de eventualiteiten waarmee ze rekening moesten houden als er iets verkeerd ging. Als ervaren geheim agenten begrepen ze alle drie maar al te goed wat de risico’s waren.
Na deze bespreking schakelde Harvath de versnelling van de Land Cruiser in en voegde hij in in het verkeer. Hij wilde nog eens langs het doelwit rijden.
De zon ging inmiddels onder en in de huizen gingen de lampen aan. Op het trottoir was het druk met voetgangers. Het gedeelte van de binnenplaats waarop ze door de smeedijzeren poort zicht hadden, was leeg. Als er auto’s stonden, was dat in de ondergrondse garage.
Het was in elk geval rustig, precies zoals Harvath had gehoopt.
Bij het volgende kruispunt ging hij rechtsaf, en hij volgde die straat totdat hij weer rechtsaf kon. Halverwege het huizenblok vond hij een parkeerplek. Voordat ze verdergingen, wilde hij de drone de lucht in sturen.
Hij stapte uit de auto, liep naar de achterkant en opende de kofferbak. Toen hij controleerde of de accu in de lader al vol was, werd hij teleurgesteld. Hij had gehoopt dat die sneller zou opladen. Sinds het moment dat ze uit het bos bij Landsbergis’ huis vertrokken waren, was er maar twaalf procent bij geladen. Nu moest hij op de kleinere reserveaccu vertrouwen.
Hij zette de drone aan, startte de app op zijn telefoon en wachtte tot de dronegegevens verschenen. Zodra die zichtbaar werden, slaakte hij een gefrustreerde zucht.
De kleinere reserveaccu had nog maar vier procent stroom. De laatste gebruiker van de drone had die niet volledig opgeladen voordat hij hem had ingeleverd.
Maar in laatste instantie was dit zijn eigen schuld. Alssealwas hij getraind om zijn gehele uitrusting te controleren voordat hij het veld in ging. Dat decia-directeur alles persoonlijk aan hem had overhandigd, betekende nog niet dat Harvath niet meer had hoeven controleren of alles was opgeladen en perfect functioneerde.
Nu kon hij de drone niet boven het huis laten hangen, zoals hij bij Landsbergis had gedaan. Er zat gewoon niet genoeg stroom in de twee accu’s. Hij moest nu een buitengewoon waardevol instrument missen.
Het beste wat hij nu kon doen was de drone over het gebouw laten vliegen, in de hoop dat hij zo een goed beeld van de binnenplaats kreeg. Daarna kon hij nog een blik op het dak werpen, tegelijk met de belendende gebouwen, en misschien nog bij een paar ramen naar binnen turen.
Dat leverde zeker een goede indruk van de locatie op, meer dan waarover hij normaal gesproken beschikte. Maar hij baalde er enorm van dat ze niets meer konden zien zodra ze binnen waren, alleen omdat die verdomde batterij niet opgeladen was. Dit was zo’n simpele fout die mensen het leven kon kosten.
Hij stuurde de drone de lucht in en liep terug naar de Land Cruiser, zodat ze de beelden met hun drieën konden bekijken.
Nicholas keek mee vanaf zijn plek in de Verenigde Staten. Hij deed dat overigens vooral uit loyaliteit tegenover Harvath. Hij wist dat de drone niet voldoende opgeladen was om in de volgende fase ingezet te worden, maar vanwege de geringe kans dat hij tijdens de verkenning toch iets opmerkte, wilde hij er toch bij zijn voor zijn vriend. Alles wat Harvath voordeel zou kunnen bieden, hoe gering ook, was van waarde.
De camera’s rond het gebouw waren sterk verouderd en waren er meer voor de show dan voor het nut. Geen ervan kon infraroodbeelden leveren. Ze konden alleen de gebieden bekijken die strategisch verlicht werden door beveiligingslampen aan de voorgevel van het gebouw. Zolang de drone buiten de verlichte zone bleef, zou die waarschijnlijk niet opgemerkt worden.
Het bescheiden ambassadegebouw met zijn gammele dakantennes en verroeste bovenmaatse satellietschotels zag eruit alsof er sinds het hoogtepunt van de Koude Oorlog niets meer aan veranderd was. Als een paar Sovjetapparatsjiks op dat moment de binnenplaats op waren gelopen voor een peuk en een slok wodka uit de fles die in de bosjes verborgen lag, zou dat geen enkele verbazing hebben gewekt.
In plaats daarvan zagen ze alleen maar straatkeitjes, afgebrokkeld pleisterwerk en bladderende verf. Als het bij onroerend goed vooral om locatie ging, dan was dat op dit gebouw bij uitstek van toepassing.
Harvath liet de drone wat hoger vliegen, zodat ze een beter overzicht van het dak kregen. Behalve de genoemde radioantennes en satellietschotels was er niet veel te zien.
De belendende daken waren steil en bedekt met gladde rode dakpannen. Als het fout liep en ze alleen via die weg konden ontsnappen, zouden ze in grote problemen komen.
Terwijl hij de drone behoedzaam bestuurde, nam hij een kijkje achter de vensterramen. Maar die waren allemaal gesloten, hetzij met aluminium rolluiken in het kantoorgedeelte, hetzij met jaloezieën of gordijnen in de privékamers. Omdat er niets meer te zien viel, haalde hij de drone weer terug.
Hij landde midden op straat, vlak naast de Land Cruiser. Harvath sprong uit de auto en stopte de drone weer in zijn koffer in de laadruimte.
Toen hij de klep afsloot, keek hij op naar de hemel, die een paar minuten eerder nog diep paars was geweest. Net als zijn humeur werd die nu snel inktzwart. Dit zou geen makkelijke avond worden. Ze zouden heel wat acties moeten ondernemen die hem niet aanstonden.
Om te beginnen had zowel decia-directeur als de president hem in niet mis te verstane bewoordingen te kennen gegeven dat van een dergelijke acties geen sprake kon zijn. Lawlor, wiens oproep hij tijdens de rit hierheen had genegeerd, omdat hij te druk in gesprek was met Landsbergis, had hem ook een reeks berichten gestuurd waarin hij hem boos had laten weten hiermee te stoppen. Alleen Nicholas was aan boord gebleven.
Harvath stapte weer in, wierp een blik op Sølvi en vervolgens op Landsbergis en zei: ‘Laten we het plan nog een laatste keer doornemen.’
33
Harvath hoefde geen Litouws te verstaan om te begrijpen dat Andriejus Simulik kwaad was. Pisnijdig zelfs.
Als directeur van devsdverwachtte hij dat al zijn mensen, zelfs een coryfee als Landsbergis, zich strikt aan de dienstprotocollen hielden en op zijn minst de basisprincipes van het vak respecteerden. Door een Amerikaanse inlichtingenagent onaangekondigd en onuitgenodigd mee naar huis te nemen, had hij alle voorschriften aan zijn laars gelapt.
Hem meenemen naar kantoor, samen naar een restaurant gaan, een schuiladres gebruiken, zelfs de afspraak op een parkbank regelen, godallemachtig, het kon hem allemaal niet schelen. Maar echt onvergeeflijk was dat hij had onthuld waar hij woonde, zonder hem de tijd te geven zich voor te bereiden.