Dit was een bufferzone, de ring van arbeiderswijken rond de meer welvarende buurten van Vilnius en het bruisende stadscentrum. Hier woonden meneer en mevrouw Luksa.
Nu het huis van de vrachtwagenchauffeur duidelijk op zijn gps aangegeven werd, ondernam Harvath een uitgebreide verkenning van de omgeving. Zijn ogen registreerden alles.
Hij wilde weten welke bedrijven hier gevestigd waren. Hoe zat het met politiebureaus of brandweerkazernes? Als er iets misging en hij te voet moest vluchten, welke kant rende hij dan op en waar kon hij zich verbergen?
Deze hele verkenning was strikt noodzakelijk voordat hij verder ging. Als er iets misging, kwam niemand hem redden. Hij was op zichzelf aangewezen. Hoe beter hij op de hoogte was, hoe gerichter hij mogelijke problemen kon counteren. En omdat hij maar al te goed bekend was met operaties te velde, wist hij ook dat er vrijwel altijd problemen waren.
Hij reed in steeds kleinere cirkels rond, totdat hij uiteindelijk door Luksa’s straat reed. Hij zou dat slechts eenmaal kunnen doen. Een tweede keer was vragen om problemen.
Niet alleen kreeg hij maar één kans om het huis van de vrachtwagenchauffeur te bestuderen, maar tegelijkertijd moest hij ook uitvinden waar hij de Land Cruiser moest parkeren.
Het liefst zou hij die ergens buiten het zicht neerzetten en dan meteen naar het huis lopen. Maar tegelijk wilde hij de auto ook niet ergens achterlaten waar dieven gemakkelijk konden inbreken. Hij had te veel spullen in de laadruimte liggen die hij niet wilde verliezen.
Uiteindelijk bood het lot hem een antwoord, zoals zo vaak. Een van de zijstraten was afgesloten omdat de gemeente er aan het werk was. Dat betekende dat de auto’s de volgende zijstraat in waren gedwongen, waar ze nu bijna bumper aan bumper geparkeerd stonden. De enige vrije parkeerplaatsen waren in Luksa’s straat, maar volgens de borden waren die alleen voor vergunninghouders. Harvath vond een vrije plek aan het begin van het huizenblok en parkeerde in. Nu moest hij een besluit nemen.
Rekening houdend met de wet van Murphy was hij ervan overtuigd dat er, zodra hij uit de auto stapte en wegliep, een politieagent of parkeerwacht langs zou komen die de overtreding zou opmerken. Hij wist niet hoe pietluttig ze hier waren met het parkeerbeleid, maar hij verwachtte op zijn minst een bon en in het slechtste geval werd de auto weggesleept. Dan zou ergens geregistreerd staan dat zijn auto in deze buurt was geweest.
Dat hoefde geen probleem te zijn, afhankelijk van hoe zijn gesprek met de vrachtwagenchauffeur verliep. Maar het was zijn plicht om zich altijd op het ergste voor te bereiden. En er was nog een ernstiger probleem dan weggesleept worden. Als de politie zich toegang zou verschaffen tot zijn auto en zijn uitrusting doorzocht, zou het niet langer om een parkeerovertreding gaan. Het zou een veel ernstiger delict worden.
Zijn andere optie was om een auto te zoeken die niet op slot was en de parkeervergunning daaruit te stelen. Dat was eveneens vragen om problemen. Het viel niet te zeggen hoeveel paar ogen er vanachter de gordijnen en slaapkamerramen naar buiten tuurden. Als slechts één buurtbewoner de politie zou bellen, zou hij keihard met alle eerder genoemde problemen geconfronteerd worden.
Hij pakte zijn beveiligde telefoon en stuurde Nicholas een verzoek. Terwijl hij op het antwoord wachtte, pakte hij een vel papier en een stift uit zijn laptoptas.
Twee minuten later kwam de reactie binnen. Inzoomend op de foto die Nicholas had gestuurd, kopieerde Harvath de zinnen precies zoals ze in het Litouws waren geschreven.Deze auto is van een wijkverpleegkundige.Ik ben op bezoek bij een patiënt.Ik kom zo terug.Dank u voor uw begrip.
Uit de armleuning haalde hij het Sig Sauer P226 9mm-pistool dat McGee hem had gegeven, evenals twee van de extra magazijnen. Hij haalde het uit de Stickyholster, speciaal bedoeld om een wapen onopvallend te dragen, en controleerde of er een patroon in de kamer zat. Hij schoof het pistool weer in de holster en stopte het op zijn rug achter zijn broekriem. De magazijnen stopte hij in zijn zak.
Hij legde het briefje op het dashboard, in het besef dat de tekst niet klopte met het beeld dat hij de buren zou voorschotelen. Hij hoopte maar dat hij weer terug was voordat iemand dat had opgemerkt.
Hij leunde achterover om zijn aankoop van de boerenmarkt te pakken en haalde het portier van de Land Cruiser van het slot.
Op het moment dat hij de straat op stapte, keek hij langzaam rond. Hij zag niemand. Omdat het een doordeweekse dag was, waren de meeste bewoners waarschijnlijk aan het werk.
Hij sloot de deur af, schakelde het alarmsysteem van de auto in en liep naar Luksa’s huis. Het stond hem niet aan dat hij de man in het bijzijn van zijn vrouw moest ondervragen. En het stond hem nog veel minder aan wat hij die twee mogelijk moest aandoen.
Maar er was nu eenmaal geen manier om dit te omzeilen. De bal lag aan de kant van de vrachtwagenchauffeur. Hoe het spel gespeeld zou worden, hing helemaal af van wat er gebeurde op het moment dat Harvath bij hem aanbelde.
26
Harvath nam de tijd en liep kalm de straat door in de richting van het smalle huis van twee verdiepingen. Het was een warme dag en de ramen aan de straatkant stonden open. Er stond een licht briesje en als de wind aantrok, bolden gestreepte gele gordijnen op.
Toen hij dichterbij kwam, hoorde hij dat er binnen een tv aanstond. Het klonk alsof iemand naar een sportprogramma keek. Gezien het enthousiasme van de commentator nam hij aan dat het om voetbal ging.
Hij liep naar de voordeur, wierp een blik door een van de ramen en zag Luksa met zijn ene been opgetrokken op de bank liggen. Hij keek inderdaad naar sport, maar het was geen voetbalwedstrijd. Het was rugby.
Hij ging zo voor de deur staan dat de vrachtwagenchauffeur zijn gezicht niet kon zien en belde aan. Toen hij mevrouw Luksa naar de deur hoorde lopen, stak hij het boeket bloemen omhoog dat hij op de boerenmarkt had gekocht. Bij het openen van de deur was dat het eerste wat ze zag.
Ze zei iets in het Litouws tegen Harvath, en hij keek haar grijnzend aan. Hij nam aan dat ze vroeg wie hij was.
‘Ik ben een oude vriend van uw man,’ antwoordde hij in het Engels. Hij wist niet of zij de vraag goed had begrepen, en dat kon hem eigenlijk ook niet schelen. Hij had zijn voet al achter de drempel gezet, zodat ze de deur niet kon sluiten.
Ze keek angstig omdat hij zomaar binnendrong en ze trok wit weg. De vrachtwagenchauffeur riep iets vanuit de woonkamer.
Weer zei Luksa’s vrouw iets in het Litouws, maar ditmaal verstond Harvath een van de woorden: ‘Amerikietis.’ Amerikaan.
In elke andere situatie had Harvath zich vast bezorgd afgevraagd of degene voor wie hij kwam niet via de achterkant zou ontsnappen, maar gezien zijn verwondingen kon Luksa helemaal nergens heen.
‘Ik zou die bloemen in een vaas met water zetten,’ zei Harvath, terwijl hij de vrouw des huizes de bos aanbood en zich langs haar heen wurmde.