Nadat hij zijn bespreking had afgerond, liet Harvath zich door Williams naar de winkel van de basis rijden om eten te halen voor zijn vlucht naar Siauliai. Proctor en Jasinski hadden aangeboden ergens wat te gaan eten, maar hij had dat aanbod afgeslagen. Hij was niet in de stemming om sociaal te doen. Hij concentreerde zich geheel op zijn opdracht, en dat moest ook zo blijven.
Toen de C-130 Hercules gereed was voor vertrek, parkeerde Williams zo dicht mogelijk bij het enorme toestel en hielp Harvath zijn spullen over te brengen.
Toen alles was opgeborgen, gaven ze elkaar een hand, Harvath bedankte hem en ze wensten elkaar het beste.
Nadat hij aan boord was gegaan en een stoel had gevonden, gaf een bemanningslid hem een set schuimrubber oordopjes. Normaal gesproken nam hij op missies zijn eigen set mee. Maar ditmaal had iemand anders zijn uitrusting geprepareerd, en hij had verzuimd erom te vragen. In het viermotorige turbopropvrachttoestel kon het behoorlijk rumoerig zijn. Gelukkig had deze bemanning vooruit gedacht. Dat was niet altijd het geval. Hij had genoeg operaties meegemaakt waarbij je pech had als je niet voorbereid was.
De geweven nylon stoelen die aan de romp waren bevestigd konden de vergelijking met de luxe leren stoelen in de C-37B waarmee hij de Atlantische Oceaan was overgestoken in geen enkel opzicht doorstaan, maar het enige dat ertoe deed was de bestemming, niet de reis.
Terwijl de C-130 over de startbaan denderde en opsteeg, rolde hij de oordopjes tussen zijn vingers en stak ze in zijn oren. Toen het toestel eenmaal horizontaal vloog, pakte hij zijn lunch uit en at die op. Hij had erover gedacht om een sixpack bier aan boord mee te nemen, maar had dat toch maar nagelaten. Eén overijverig lid van de militaire politie die bier in zijn adem rook en hem verbood van de basis weg te rijden was genoeg. Hij had te veel werk te doen en de tijd was krap.
Landsbergis was weliswaar zijn uiteindelijke doelwit, maar eerst wilde hij een bezoek brengen aan Luksa, de Litouwse vrachtwagenchauffeur. Als hij echt door de Russen in elkaar was geslagen, wilde Harvath die informatie rechtstreeks van het slachtoffer vernemen. Hij wilde eerst zoveel mogelijk informatie verzamelen om Landsbergis daar vervolgens mee te confronteren.
Daar kwam bij dat het nauwelijks een omweg was om met Luksa te spreken. Volgens Nicholas woonde hij in een volksbuurt in de hoofdstad. En gezien de ernst van zijn verwondingen durfde Harvath erop te vertrouwen dat de man niet moeilijk te vinden was. Het zou hem zelfs verrassen als hij niet thuis op de bank tv lag te kijken, terwijl zijn vrouw voor hem zorgde.
Na de landing op Siauliai werd hij opgewacht door een luchtmachtofficier die zijn papieren controleerde en hem de sleutels van een zwarte Toyota Land Cruiser overhandigde. De auto stond al met draaiende motor gereed op het platform. Ze wisselden verder geen woord. Nadat Harvath zijn spullen had ingeladen, voerde hij Luksa’s adres in zijn gps in en reed via de dichtstbijzijnde uitgang de basis af.
Het eerste wat hem opviel was een bord voor de Kruisheuvel, een populaire attractie ongeveer twaalf kilometer ten noordoosten van de stad. Hij had die ook al opgemerkt toen hij online de beste route naar Vilnius had gezocht. Hij had begrepen dat het een kleine heuvel was waarop een enorme verzameling van meer dan tweehonderdduizend houten kruizen stond. Net als de Litouwers zelf waren sommige onopgesmukt en andere rijk bewerkt. Het ging om een bedevaartsoord dat uit de negentiende eeuw dateerde en symbool stond voor het verzet tegen de Russische overheersing.
Het was een indrukwekkend onderdeel van het erfgoed van Litouwen en maakte ten diepste deel uit van zijndna. Maar net als het menselijk lichaam kondnasoms beschadigd raken, en daaruit konden gruwelijke ziektes voortkomen, die zelfs dodelijk konden zijn.
Op weg naar het zuidoosten van de stad deed Harvath zichzelf en Siauliai een belofte. Hij wist al wat hij ging doen met de verantwoordelijken voor Carls dood, als hij ze eenmaal opgespoord had. Hij zou ze niet alleen allemaal onder de grond stoppen, waar ter wereld hij zich ook bevond, maar zou ook een kruis naar Siauliai sturen om op de heuvel te plaatsen.
Op een verwrongen, verknipte manier zou hij dan in elk geval iets achterlaten, een soort nalatenschap, zijn eigen kleine familie van houten kruizen.
***
Zoals veel spionagewerk was de autorit naar Vilnius ronduit saai. Halverwege zag hij een boerenmarkt en sloeg hij van de grote weg af.
Litouwen maakte weliswaar geen deel meer uit van Rusland en de voormalige Sovjet-Unie, maar Rusland en de voormalige Sovjet-Unie vormden nog altijd een belangrijke factor in Litouwen. Buren hadden nog steeds een ongezonde belangstelling voor wat andere buren uitvoerden, vreemden werden met argwaan bekeken en roddels verspreidden zich sneller dan een brand in droog gras.
Zodra Harvath in de buurt verscheen waar de vrachtwagenchauffeur woonde, zouden de tongen zich roeren. Daar kon hij verder niets aan doen. Wel kon hij bepalen wat de buren elkaar toefluisterden. Daarom was hij niet van plan om zijn aanwezigheid te verbergen. Hij wilde juist dat zoveel mogelijk bekend werd waarom hij hierheen was gekomen en wie hij wilde spreken.
Zoals een privédetective een reflectievest van een nutsbedrijf aantrekt om een huis nauwkeuriger te bekijken, zo meende Harvath dat hij, gezien de menselijke natuur, een zelfde soort truc kon toepassen. Hij moest ervoor zorgen dat de buren geen verdenkingen koesterden.
Hij betaalde voor zijn aankoop, liep terug naar de Land Cruiser en reed de grote weg weer op. Het was zeker nog ruim een uur rijden.
Nu de weg als een eindeloos lint voor hem lag, dreigde hij last te krijgen van zijn jetlag. Hij rolde het raampje omlaag en zette de radio aan om zich te kunnen concentreren en wakker te blijven.
Tussen talloze europopzenders en plaatselijke volksmuziekkanalen vond hij een programma met Amerikaanse rockklassiekers, op vinyl nog wel, compleet met tikken en ruis.
Hij vond de zender precies op het moment dat de naald op ‘Sympathy for the Devil’ van de Rolling Stones werd geplaatst.
Als je de tekst tot je liet doordringen, bleek het een ongelooflijk duistere song. Lette je niet op de tekst, dan was het in de woorden van Mick Jager een hypnotisch swingend ritme, een samba die niet versnelde of vertraagde, niet meer dan een sinistere constante, en dat was precies waar Harvath op dat moment behoefte aan had.
En de dj nam geen gas terug. Na de Stones volgden high-energy songs van The James Gang, Eric Clapton, Jefferson Airplane, Aerosmith en zelfs Kiss. Het volgende uur ging voorbij zonder dat zijn oogleden zwaarder werden of zijn gedachten afdwaalden naar zaken waarover hij niet wilde nadenken.
Tegen de tijd dat hij bij zijn afslag kwam, keek hij ernaar uit om uit de auto te stappen. Hoe eerder hij Luksa kon ondervragen, hoe eerder hij de antwoorden kreeg waarvoor hij hierheen was gekomen.
Hij keek op zijn gps en vond een benzinestation dat een stukje van de doorgaande weg af lag. Met zijn kin op de borst en een honkbalpet op die hij uit zijn tas had gehaald om mogelijke bewakingscamera’s te vermijden tankte hij de auto vol en kocht hij een blikje energiedrank.
Hij dronk het meteen op zodra hij verder reed en langzaam zijn weg zocht naar het huis van de vrachtwagenchauffeur.
De buitenwijken van Vilnius leken op die in andere Baltische steden die hij had bezocht: veel industrie, ongezellig en straatarm. Dit was beslist de buurt waar de arme lieden woonden.
Overal zag hij graffiti. De straten waren vies. Het onkruid tierde welig op de kapotte trottoirs. De stalen luiken en tralies voor de ramen wezen op hoge criminaliteit. Dit was geen fijne plek om te wonen.
Naarmate hij dichter bij zijn bestemming kwam, gingen de buurten erop vooruit, maar niet spectaculair. Ze boden nog steeds een armoedige aanblik, maar de huizen waren beter onderhouden. Er was bijna geen graffiti meer. Veel huizen hadden een bescheiden tuin. Sommige hadden nog steeds tralies voor de ramen, maar de meeste niet.