Hij knikte en Sølvi hielp hem overeind.
‘Je bent geraakt,’ zei hij, op de donkerrode vlek rond haar middel wijzend.
‘Komt wel weer goed. Heb je verband?’
Hij knikte weer.
‘Ga het pakken. En dan moeten we hier zo snel mogelijk weg.’
Terwijl hij wegliep om haar opdracht uit te voeren, fouilleerde Sølvi de lichamen. Ze vond niets. Geen paspoorten, portefeuilles of telefoons. Helemaal niets.
Toen de diplomaat de eetkamer weer in kwam, kostte het Sølvi moeite om op te staan en moest hij haar helpen. ‘Weet je zeker dat het goed met je gaat?’
‘Ja hoor,’ loog ze. ‘Kom mee.’
Nadat Sølvi haar jack had dichtgeknoopt om het bloed te verbergen, wierp ze een blik in de gang voordat ze de diplomaat gebaarde dat hij haar veilig kon volgen.
Er kon geen sprake van zijn dat ze in haar toestand via de trap omlaag zouden gaan, en daarom stapte ze met de diplomaat en de ene koffer die hij van haar mee moest nemen toen ze hun oorspronkelijke plan hadden opgesteld in de krappe kooilift en daalden ze af.
Ze hield haar wapen bij de hand voor het geval ze door andere aanvallers opgewacht werden, maar de hal was leeg. Een groot aantal buren had de schotenwisseling gehoord en tuurde uit deuropening en over trapleuning in hun richting.
Eenmaal buiten op straat leidde ze de diplomaat naar haar auto en stemde ze er schoorvoetend mee in hem te laten rijden. Nadat hij haar in de passagiersstoel had weten te zetten, gooide hij zijn koffer achterin en gingen ze op weg naar het vliegveld.
‘Kalm aan,’ maande ze hem, terwijl ze met één oog op de zijspiegel aan haar kant haar wond verbond. ‘Alles komt goed.’
‘Weet je dat zeker? Het ziet er helemaal niet goed uit.’
‘Ik heb wel erger gezien. Als je ons heelhuids naar het vliegveld brengt, ben je voordat je het weet weer terug bij je gezin.’
Toen het verband eenmaal aangelegd was, haalde ze haar mobiele telefoon tevoorschijn en stuurde ze Pedersen een versleuteld bericht. Ze was neergeschoten en had veel bloed verloren. Ze was nu met de diplomaat onderweg naar het platform met privévliegtuigen op de luchthaven. Ze had een dokter nodig.
Pedersen reageerde met slechts één zin: ‘Ik zorg ervoor.’
En hij hield zijn woord. Pas dagen later, toen ze in een particulier ziekenhuis in Oslo was opgenomen om te herstellen, kwam ze te weten hoe hij het had geregeld.
Carl had hulp gevraagd aan zijn eerste contactpersoon bij de Litouwse Inlichtingendienst, Filip Landsbergis van devsd.
Landsbergis had een trauma-arts naar het vliegtuig gestuurd dat Carl had gecharterd om haar naar huis te brengen. Zonder de deskundige zorg van die arts had ze het niet overleefd. Ze dankte haar leven aan Landsbergis.
Maar op basis van wat Holidae Hayes haar had verteld, met name dat Harvath en Carl recentelijk bij een operatie in Litouwen betrokken waren geweest, was Landsbergis toch een verdachte op haar lijstje.
Als hij Carl in gevaar had gebracht of op wat voor manier dan ook een rol had gespeeld bij de moord op hem… Het kon haar geen donder schelen dat hij mogelijk had geholpen om haar leven te redden. Hij moest sterven. Daarom was ze na zoveel jaar naar Litouwen teruggekeerd.
Volgens Hayes was het aan Carl te danken geweest dat twee vliegtuigen in het geheim op een vliegbasis in Litouwen hadden kunnen landen. Het eerste was een privéjet van Scot Harvaths bedrijf, de Carlton Group. Het andere, dat kort daarna landde, was van de Amerikaanse krijgsmacht. Wat het doel ook mocht zijn, de hele missie was in elk geval strikt geheim.
Sølvi wist dat Carl slechts één persoon zo vertrouwde dat die een dergelijke missie kon opzetten: Filip Landsbergis.
Ze moest hem ontmoeten, hem in de ogen kijken en hem botweg de vraag over de moord op Carl stellen. Pas dan zou ze tevreden zijn. Pas dan kon ze weten wat haar volgende stap zou zijn.
22
Ergens over de Atlantische Oceaan
Gary Lawlor was niet milder geworden naarmate hij ouder werd. Hij was zelfs alleen maar lastiger geworden.
Hij had enorm de pest in over Harvaths plan. De symfonie van godslasterende vloeken die hij had uitgestoten nadat hij ervan had vernomen, zou zelfs de meest geharde zeebonken aan het blozen hebben gebracht. Maar hoe meer Lawlor ertegen had gefulmineerd, hoe meer Harvath ervan overtuigd raakte dat hij gelijk had.
Nicholas daarentegen vond het een prima plan, maar was er niet van overtuigd dat het op tijd kon worden gerealiseerd. Er moesten nog heel wat horden genomen worden, en die kwamen allemaal op zijn bordje terecht. Het was een technologische nachtmerrie en het zou dagen, zo niet weken, duren om het voor elkaar te krijgen.