Niemand lette op hem. Sterker nog, niemand had hem zelfs maar een tweede blik waardig gegund. Het was de perfecte obscure kroeg om zijn langzame zelfmoord voort te zetten.
En hoewel hij zich had kunnen blijven volgieten met drank van de beste kwaliteit, zoals hij in Little Palm Island had gedaan, koos hij nu voor het smerigste bocht dat ze hadden. Hij wilde dat het zich een weg door zijn binnenste zou branden. Hij wilde zichzelf martelen. En als hij om zich heen keek, werd het hem meteen duidelijk dat hij niet het monopolie op zelfhaat bezat.
Er was niet al te veel creativiteit voor nodig om zich de achtergrond voor te stellen van de drinkebroers in wier ‘gezelschap’ hij verkeerde. Ze waren stuk voor stuk niet zomaar op het zuidelijkste puntje van de Verenigde Staten beland. Waarschijnlijk zat er een flink aantal stukgelopen huwelijken, mislukte ondernemingen en arrestatiebevelen in de gelagkamer. Alles was mogelijk. Key West stond niet voor niets bekend als een ‘zonnige plek voor duistere types’.
De barkeepster was een aantrekkelijke vrouw van in de veertig. Twintig of zelfs tien jaar geleden zouden de populairste bars op het eiland er een moord voor hebben gedaan om haar in dienst te kunnen nemen. Ze was niet alleen sexy, maar ook een expert in drankjes serveren. Belangrijker nog was dat ze wist wanneer ze al dan niet een praatje moest beginnen.
Bij Harvath zag ze meteen dat hij geen trek had in een gesprek. Hij was beleefd en gul met fooien, maar bleef op zichzelf.
Hij kwam elke dag binnen met een krant die hij nauwelijks las, ging op dezelfde versleten bank zitten waar hij telkens weer hetzelfde drankje bestelde en naar de voordeur bleef staren. Het leek wel alsof hij op iemand wachtte. Maar wie het ook was, hij of zij kwam nooit.
Ze had medelijden met hem. Hij was knap, ongeveer van haar leeftijd, en was duidelijk een man die opgelapt moest worden. Ze had zich altijd al aangetrokken gevoeld door kerels die het verkloot hadden. Een vriendin had dat ooit het ‘pechvogelsyndroom’ genoemd.
Hij was niet zoals de andere klanten. Hij leek niet de eerste de beste. Iemand die op enig moment in zijn leven perspectief had gehad, een zeker talent. Ze had een hoop vragen. Waar kwam hij vandaan? Wat deed hij hier? Hoelang zou hij blijven? En ze vroeg zich vooral af hoe hij in bed was.
Maar de man bleef immuun voor haar avances. Degene die hem had verwond, had geen half werk afgeleverd.
Toch vond ze het leuk als hij er was. Zijn aanwezigheid had iets geruststellends. Het sterke, stille type. Hij leek haar een man die prima voor zichzelf kon opkomen.
Misschien was hij een ex-politieman of ex-militair. Het deed er niet toe. Het enige wat ze wist was dat ze zich veilig voelde als hij in de bar op zijn plekje zat.
Niet dat er in Key West zoveel rottigheid was. Maar net als in elke andere badplaats waar veel werd gedronken en alles toegestaan leek, liep de boel weleens uit de hand.
Op dat moment ging de deur open. En op dat moment had niemand daarbinnen ook maar enige idee hoe verschrikkelijk het uit de hand zou lopen.
2
Harvath had oog voor detail en voelde daarom al snel aan hoe het dagelijkse ritme in de bar verliep en wat voor publiek die trok. Dus toen de voordeur openging en er twee mannen binnenkwamen die hij niet in zo’n bar verwachtte, was hij meteen alert.
De twee gorilla’s zagen eruit als motorrijders die op het vliegveld de verkeerde koffers van de band hadden gehaald. Ze droegen stijve, nieuwe laarzen zonder ook maar één slijtplek. Hun uv-werende overhemden waren ook nieuw en van het model zoals sportvissers dat droegen en dat je overal op het eiland kon aantreffen.
Ondanks de hitte buiten hadden ze hun mouwen helemaal tot aan hun polsen afgerold en dichtgeknoopt, alsof ze iets probeerden te verbergen. Waarschijnlijk tatoeages, dacht hij.
Geen van beiden droeg sieraden, maar toen ze langs zijn tafel liepen, zag hij dat hun oren gepiercet waren. En uit de witte strepen op de vingers van een van de mannen leidde Harvath af dat hij veel tijd buiten doorbracht en normaal gesproken diverse dikke ringen droeg.
Onder het overhemd van de andere man zag hij in een flits een zilveren ketting die aan een portemonnee was bevestigd. Op een beter verborgen plek droeg elk van beiden waarschijnlijk een mes en mogelijk zelfs een vuurwapen.
Hij misgunde overigens niemand het recht om zichzelf te verdedigen. Hij droeg zijn hele carrière al wapens en gebruikte die ook. Maar deze twee waren geen ordinaire provinciaaltjes uit Florida die in Key West de bloemetjes buiten gingen zetten. Deze mannen straalden door hun houding iets anders uit, iets gevaarlijks.
Maar tenzij ze zo stom waren om naar hem toe te komen en een pistool tegen zijn voorhoofd te zetten, interesseerde het hem niet wie het waren of waarom ze hier binnen waren gekomen. Grof gezegd: het kon hem aan z’n reet roesten.
Maar dat stemmetje in zijn hoofd bleef maar lastige vragen stellen. Waarom hadden die kerels hun sieraden afgedaan? Waarom hielden ze hun armen bedekt? Vanwaar die nieuwe laarzen? Wat waren ze verdomme van plan?
Zijn onrust met moeite negerend nam hij nog een slokje goedkope whiskey, sloeg de krant open en probeerde niet op de omgeving te letten.
Maar de alarmbellen van zijn intuïtie bleven rinkelen.
Als alfamannetjes in het dierenrijk elkaars pad kruisten, was er altijd oogcontact. Deze heren waren beslist alfamannetjes en hadden hem allebei opgemerkt, maar geen van de twee had oogcontact gemaakt. Dat verzuim was niets minder dan een gloeiend hete fosforfakkel die door zijn reptielenbrein werd gejaagd.
Ze hadden geen oogcontact gemaakt omdat ze wisten dat dat een reactie zou uitlokken. Dat was de enige mogelijke verklaring.
Hij was er altijd bedreven in geweest mensen in te schatten. Het was een soort zesde zintuig. Hoe slechter iemands bedoelingen waren, hoe beter hij die doorhad. Hij kon een situatie beoordelen en vervolgens sneller in actie komen dan wie ook.
Wat de mannen ook van plan waren, het deugde in elk geval niet. Dat voelde hij in elke vezel van zijn lichaam.
De mannen gingen aan de bar zitten en bestelden ieder een whiskey en een biertje. Ze sloegen de sterke drank in één teug achterover, klonken met de bierglazen en bestelden nog een rondje.
Het duurde niet lang of ze werden luidruchtig. En daarbij begonnen ze op Harvaths zenuwen te werken.