Page 122 of Near Dark

Oslo, Noorwegen

Holidae Hayes tilde haar glas champagne op en zei: ‘Op de nieuwe adjunct-directeur van de sectie Strategie van denis.’

Sølvi keek om zich heen om zich ervan te verzekeren dat niemand luisterde en klonk met haar glas. Dit was geen onderwerp om openlijk aan de orde te stellen. ‘Bedankt,’ zei ze, terwijl ze allebei een slokje namen.

Hayes vervolgde: ‘Ik heb trouwens gehoord dat Landsbergis promotie maakt en van waarnemend hoofd nu officieel directeur van devsdin Litouwen wordt.’

‘Wij hebben hetzelfde gehoord. Ik moet hem een bedankje sturen.’

‘Hoezo? Omdat hij jou en Harvath heeft geholpen?’

‘Ik kan er niet te ver op ingaan, maar een paar jaar geleden was ik in Litouwen en toen had ik medische hulp nodig. Diplomatiek gezien was het een gevoelige situatie. Carl nam contact met hem op en Landsbergis regelde zonder ook maar iets te vragen een dokter.’

‘Volgens mij hebben we juiste man in Vilnius zitten.’

Sølvi was het daarmee eens en ze proostten nogmaals.

Hayes’ telefoon ging over en ze keek op het scherm. ‘Dit ga je niet leuk vinden, maar ik moet weg.’

‘Wat krijgen we nou? Landsbergis krijgt misschien een bedankbriefje, maar jij krijgt een hele bedanklunch.’

‘Ik had graag willen blijven, en het spijt me echt, maar we hebben een superbelangrijke vip in de stad. Je zou de lijst met dingen die ik moet regelen eens moeten zien.’

Sølvi was er niet blij mee. ‘Holidae, we hebben net een heerlijke fles champagne geopend en de oesters zijn nog niet eens gebracht. Je kunt nu niet zomaar weggaan.’

‘Je redt het verder wel,’ verzekerde haar vriendin haar, en ze stond op en kuste haar op beide wangen. ‘Laten we volgende week afspreken. Goed?’

De Noorse glimlachte tegen haarcia-collega en knikte. ‘Dat zou ik fijn vinden. Veel succes met je vip.’

‘Bedankt,’ antwoordde Hayes, terwijl ze haar spullen pakte en wegliep. ‘Dat zal ik nodig hebben.’

Sølvi herschikte de kussens in haar rug en ging verzitten om over de fjord uit te kijken. Ze schopte haar schoenen uit, legde haar voeten op de bank en trok haar knieën tegen zich aan. Ze keek toe hoe de prachtige boten heen en weer voeren. Terwijl ze nog een slokje champagne nam, wenste ze dat ze zelf op zo’n boot zat.

Ze nam nog een slokje champagne en wenste dat ze daar met Scot was. Hij was de eerste man sinds haar scheiding die ze vertrouwde, buiten Carl dan.

Ze had het opmerkelijk moeilijk gevonden hem in Frankrijk achter te laten, en dat had haar de stuipen op het lijf gejaagd. Ze had met veel mannelijke collega’s gewerkt, binnen Noorwegen en elders. Maar nooit had ze daar uiteindelijk het gevoel aan overgehouden dat ze alleen als ‘hartzeer’ kon omschrijven. Wie was die Amerikaan in godsnaam dat hij haar zo in zijn greep hield?

In alle eerlijkheid had dat gevoel haar angst ingeboezemd, en zodra Harvaths team was gearriveerd, was ze zo snel mogelijk uit Frankrijk en Mont-Saint-Michel weggevlucht.

En nu zat ze weer op haar fijne plekje op het dak van The Thief en wenste ze dat ze op het water was, terwijl ze probeerde niet te veel na te denken over wat de toekomst brengen zou.

Op dat moment stapte er iemand het zonlicht in, wat een schaduw over haar tafel wierp. Ze had altijd gevonden dat obers geleerd moest worden dat te vermijden.

Maar toen ze opkeek, zag ze dat het geen ober was.

Harvath stond voor haar met een leeg champagneglas.

‘Mag ik bij je komen zitten?’ vroeg hij.

Sølvi lachte. ‘Dit hebben jullie zo gepland, hè?’

Harvath lachte ook en ging zitten. ‘Ik weet alleen dat wanneer een vip zoals ik naar de stad komt, alles perfect moet zijn.’

‘Je weet toch dat het leven niet perfect is?’

‘Voorlopig kunnen we best net alsof doen,’ zei hij.

God, wat was ze mooi, dacht hij, terwijl hij champagne voor zichzelf inschonk. Ze droeg een eenvoudige zomerjurk en zag er werkelijk prachtig uit.