‘Zet me af bij de volgende hoek,’ beval hij.
Sloane trof zijn blik in de achteruitkijkspiegel en keek vervolgens naar Haney.
‘Scot,’ zei Haney. ‘Het is hier niet veilig voor jou.’
‘Ik ben niet van plan om te blijven. Maar ik ben een grote jongen en red me echt wel. Misschien treed ik in Hemingways voetsporen en vertrek ik naar Cuba om wat te gaan vissen.’ En om nog veel meer te drinken.
‘Dat zou een slecht idee zijn,’ meende Staelin.
‘Hoezo?’
‘Behalve het feit dat Cuba een communistische dictatuur is en jij een van de grootste communistenvreters bent die ik ooit heb gekend?’
‘Ja, behalve dat.’
Staelin keek naar Haney alsof hij toestemming vroeg om de vraag te beantwoorden. Maar voordat hij kon antwoorden, kwam Chase tussenbeide. ‘Mogelijk is er meer dan één moordenaar naar jou op zoek.’
Harvath draaide zich naar hem toe. ‘Waar heb je het over?’
‘We beschikken over informatie die de Noren niet hebben.’
6
Noorse Inlichtingendienst
Oslo, Noorwegen
Sølvi Kolstad was lang en razendknap, en ze had een hoop slechte keuzen gemaakt. Ze mocht van geluk spreken dat ze terug mocht komen.
Ze stond op en strekte haar lange benen. Een fijn gevoel om het bloed weer te laten stromen. Ze was uitgeput en kon beter nadenken als ze in beweging bleef.
Buiten, achter het dichte dennenbos en het heldere, koude meer, kon ze het geraas van de stad horen. ‘s Avonds was het altijd erger. De aantrekkingskracht van de verschillende wijken. Buurten als Grünerlokka, waar ze vroeger naartoe ging voormdma, of Brugata voor cocaïne, Hausmanns gate voor heroïne, en Grønland voor crystal meth.
Ze voelde hoe ze ernaartoe werd getrokken, zoals ze ook voelde hoe haar longen zich vulden als ze inademde en ze haar hart in haar borst voelde kloppen. Het was een gevecht, elke dag en elk uur weer.
De therapeuten hadden haar verteld dat als ze niet toegaf, als ze sterk bleef, de sterke begeerte na verloop van tijd zou wegzakken. Wegzakken, maar nooit helemaal verdwijnen.
Ze had ondervonden dat intensieve training tot je spieren verzuurden en je longen verschroeiden de euforie van verboden drugs nog het meest benaderde. De endorfinegolf die dan in haar lichaam vrijkwam bracht haar op een ander bestaansniveau, zij het slechts heel tijdelijk. Een daverend orgasme was het enige wat nog beter was. Maar daarvoor had ze een partner nodig, en sinds het na haar scheiding bergafwaarts met haar was gegaan, deed ze daar geen moeite meer voor.
Intimiteit stond niet meer zo hoog op haar verlanglijstje. Ze liep naar het raam en bekeek haar spiegelbeeld in het glas.
Als ze haar blonde haar in een hoge paardenstaart had gebonden, kon je het begin van een tatoeage zien. Het was een zin van Sartre in een fijn, blauw handschrift die van onderaan haar nek naar het midden van haar ruggengraat liep.Il est impossible d’apprécier la lumière sans connaître les ténèbres.Het is onmogelijk om het licht te waarderen zonder de duisternis te kennen.
Boven haar rechterheup zat een litteken van een kogel die dwars door haar heen was gevlogen. Een paar millimeter lager zou die haar heupen hebben verbrijzeld, wat het einde had betekend van de missie die ze op dat moment uitvoerde. Hoewel ze veel bloed had verloren, had ze haar opdracht kunnen voltooien. De littekens op haar lichaam herinnerden haar er steeds weer aan dat haar werk riskant was en dat ze niets voor lief moest nemen.
Haar opvallende verschijning werd nog geaccentueerd door haar grote blauwe ogen, volle lippen en zeldzaam hoge jukbeenderen. Ze mocht zichzelf dan de nodige schade toegebracht hebben, haar schoonheid was nog intact. Sommigen zeiden zelfs dat ze er nu beter uitzag dan voor haar verlofperiode bij denis.
Het was verbazingwekkend, veronderstelde ze, wat knetterhigh zijn en je eetlust verliezen voor effect op je uiterlijk had. Er was één opvallende plek waar de drugs hun tol hadden geëist: haar gebit. Maar Carl Pedersen had dat weer gefikst. Of liever gezegd, hij had de rekeningen daarvoor betaald. Een privétandarts in Bergen, een eind weg, op een plek waar ze niemand kende of had kunnen tegenkomen die ze uit Oslo kende. Dat was ook de plaats waar hij haar in een particulier afkickprogramma had weten te plaatsen. Hij had haar gered, zo simpel was het.
Toen iedereen haar had opgegeven en ze op een absoluut dieptepunt verkeerde en dringend gered moest worden, was hij opeens verschenen.
Hij had haar opgehaald en naar een schuiladres halverwege Oslo en Bergen gebracht, en het had haar niet verbaasd als zelfs denisdie locatie niet bleek te kennen.
Het was een schitterend skiresort in de stad Geilo dat duidelijk eigendom was van iemand met een hoop geld. Maar wie dat was, had hij nooit gezegd.
Zo was hij nu eenmaal. Carl Pedersen kende overal mensen. Niet alleen in Noorwegen, maar in de hele wereld. Hij was ofwel de beste vriend ofwel de ergste vijand die je ooit kon hebben. Onvoorstelbaar dat hij er niet meer was.
Het leek wel alsof iemand een gloeiende pook door haar borst had gestoken, zoveel pijn had zijn dood haar bezorgd. Hij had haar niet alleen gered, maar had haar ook geholpen om af te kicken en haar leven weer op de rails te krijgen. Ze wist niet hoe ze er zonder hem aan toe zou zijn geweest.