Page 100 of Near Dark

‘Ben je blij met wat je hebt gekregen?’ vroeg Harvath aan de Contessa.

‘Ja,’ antwoordde de vrouw.

‘Oké, wij zijn hier ook akkoord,’ zei hij in zijn oortje.

Maar het volgende deel van de puzzel bracht een nieuw probleem met zich mee. Hoe konden ze ervoor zorgen dat de Contessa haar klant niet waarschuwde?

Naar verluidt wist ze helemaal niet wie de klant was. Ze had hem nooit ontmoet en de versleutelde communicatiemiddelen die hij gebruikte veranderden voortdurend. Normaal gesproken nam hij contact met haar op als hij iets wilde. In het geval van Harvath had hij dat ook gedaan. Zij had op haar beurt aan haar ‘verzamelaars’ laten weten dat ze op zoek was naar alle informatie die ze over de Amerikaan hadden. Kovaljov bleek over iets uiterst waardevol te beschikken. En hij was goed betaald voor die informatie, niet in de laatste plaats omdat ze zelf een enorm bedrag had ontvangen.

Ze had voor elke klant een uniek follow-upprotocol ontwikkeld, op basis waarvan ze hen kon waarschuwen als ze op iets stuitte wat voor hen interessant kon zijn. Omdat haar klanten zich na elke transactie zelfs van versleutelde e-mailadressen ontdeden, moest ze een andere manier vinden om hen op de hoogte te brengen.

Ze gebruikte tevoren geselecteerde online veilingsites, waar ze obscure items aanbood, wat vervolgens de aandacht van de klant in kwestie zou trekken. Dat was het moderne equivalent van het ouderwetse spionagevak, waarbij gecodeerde berichten in de advertentiekolommen van kranten over de hele wereld werden geplaatst. Zelfs in het tijdperk van de moderne technologie bleken de eenvoudigste oplossingen vaak nog steeds de beste.

Dat veranderde echter niets aan Harvaths probleem. Hoe konden ze weten dat ze niets voor hen achterhield? En hoe konden ze weten dat ze geen andere manier had om de klant te bereiken of een waarschuwing te versturen?

Het kwam erop neer dat ze dat op geen enkele manier konden weten. Hun enige optie was om haar op te sluiten, fysiek dan wel beroepsmatig.

Fysieke opsluiting kon je letterlijk opvatten. Ze konden haar vastbinden, een zak over haar hoofd trekken en haar opbergen totdat ze haar klant hadden gevonden.

Beroepsmatig wilde zeggen dat ze haar iets aanboden wat zo kostbaar was dat ze dat niet in gevaar wilde brengen door anderen te alarmeren.

Het sprak vanzelf dat Nicholas meteen voorstander bleek van operatie ‘zak over het hoofd’.

Maar Harvath wilde niet op een evacuatieteam wachten dat haar naar een schuiladres bracht en haar daar bleef bewaken. Afhankelijk van waar ze vandaan kwamen, kon dat een tijdje duren, zelfs als ze gebruikmaakten van de Quick Reaction Force van de Carlton Group.

Zodra de informatie over de klant van de Contessa een spoor bevatte, wilde hij in actie komen. Gelukkig was Lawlor het op zijn post in de Verenigde Staten met hem eens geweest.

Lawlor had zelfs geopperd om de Italianen om een gunst te vragen en hun te verzoeken haar villa zo nodig binnen te vallen op grond van een verdenking wegens terrorisme, spionage of vrouwenhandel, zodat de Italianen haar in elk geval tweeënzeventig uur in een cel konden stoppen.

Hoe dan ook, er zou niets gebeuren totdat Harvath het groene licht gaf. En daarom was het ronduit verbijsterend dat er opeens vier schutters in burger in de gang stonden.

‘Contact rechts!’ schreeuwde Sølvi terwijl ze op haar begonnen te schieten. ‘Ze komen uit de kelder naar boven!’

Een van de alarmcodes was toch een noodsignaal gebleken. Maar de politie of een beveiligingsbedrijf zou via de voordeur naar zijn binnengekomen, niet vanuit de kelder. Hij had daar beneden niet eens een ingang gezien. Er moest ergens een verborgen deur zijn, wat alleen maar bevestigde dat ze hen in de val had gelokt.

Hij wilde net aan Nicholas te vragen of hij wist wat er aan de hand was, toen hij de Contessa op iets af zag springen. Dat bleek alweer een verborgen pistool te zijn.

Harvath trok zijn Sig en loste twee schoten op haar.

‘Wat gaan we nu doen?’ riep Sølvi vanuit de deuropening.

‘Aanvallen!’ riep Harvath terug.

Terwijl hij naar haar toe rende, pakte hij een flitsgranaat uit zijn rugzak, trok de pin eruit en gooide het projectiel de gang in.

‘Flitsgranaat!’ schreeuwde hij, terwijl hij en Sølvi zich terugtrokken om zich tegen de flits en de schokgolf te beschermen.

Op het moment dat de granaat ontplofte, glipten ze door de deuropening en begonnen te vuren, Sølvi hoog en Harvath laag.

Ze doorzeefden alle vier de mannen met kogels.

Ze doken de kamer weer in en wierpen hun magazijnen uit. Harvath klikte een nieuwe vast en Sølvi deed hetzelfde nadat ze er een uit de rugzak had gepakt.

Via zijn oortje vroeg Nicholas op dringende toon wat er zojuist was gebeurd. Harvath liet hem weten dat hij even geduld moest hebben.

Eerst onderzochten ze de Contessa. Ze was dood en haar lichaam was al bijna op kamertemperatuur.

Ze glipten voorzichtig de gang in en gingen op de schutters af. Harvath voelde hun pols, en ook zij bleken dood.